Skip to main content

Is SMART wel zo slim?

Afgelopen zomer las ik het boek “doelgestuurd behandelen” van Colin van der Heiden en Kees Korrelboom. Ik was benieuwd of dit boek mij zou helpen bij een aantal problemen waar ik zelf tegenaan loop bij het stellen van doelen in therapie.

SMART behandeldoelen zijn belangrijk

Ik leerde zo’n 20 jaar geleden al in de GZ opleiding het belang van SMART (concrete) doelen stellen. Met vallen en opstaan heb ik dit in mijn loopbaan als therapeut altijd proberen toe te passen. Soms gaat dit makkelijk en dan zijn doelen ontzettend fijn. Ze helpen om focus in de behandeling te houden en zorgen er ook voor dat ik echt kan samenwerken met een cliënt. Als een doel (nog) niet gehaald is, kunnen we samen puzzelen hoe dit kan en wat er voor nodig was om er wel te komen. Dit maakte voor mij op die momenten het werk ook leuker en ik had hierdoor minder het gevoel dat ik de ander moest ‘redden’. Bovendien zorgen concrete doelen er voor dat je in de behandeling op koers blijft en ook duidelijk is wanneer er afgerond kan worden.

SMART doelen stellen, best lastig

Tegelijk schoot het stellen van doelen er ook regelmatig bij in. Het opstellen van goede doelen is namelijk best wel een klus, je bent er zomaar een halve sessie mee bezig, en niet elke cliënt zit hier op te wachten. Vaak gaan mensen in therapie omdat ze ‘vastlopen’ en willen ze ‘trauma’s verwerken’ of ‘niet meer zo somber zijn.’ Naar mate de doelen concreter worden, lijken ze voor cliënten ook vaak minder te betekenen. Een voorbeeld: “Oké, dus dat betekent dat je over vijf maanden tenminste drie keer per week op je werk een grens aangeeft of je mening geeft?” de cliënt knikt, maar naar het lijkt meer om er maar vanaf te zijn. Wanneer ik een week later vraag welk doel we gesteld hadden, kijkt hij me vragend aan. Concrete doelen stellen, het lijkt zo basaal, maar heel eerlijk, ik vind het nog steeds niet makkelijk. Daarom was ik ook benieuwd naar de tips uit het boek.

Tips uit ‘doelgestuurd behandelen’

Verfrissend in het boek “doelgestuurd behandelen” vond ik dat de auteurs aanraden met een heel beperkte set van doelen te werken, bijvoorbeeld 2 doelen per behandeltraject. Uiteraard staan deze doelen voor veel meer veranderingen, maar dit zijn de meetpunten om te bepalen of er voldoende vooruitgang bereikt is. Ook geven de auteurs aanwijzingen voor wat vaak goede doelen zijn. Bij voorkeur gaat het om gedrag dat iemand meer wil inzetten of juist minder. ‘Weer zelf naar de supermarkt gaan’ is een voorbeeld van het eerste, ‘niet meer schreeuwen waar de kinderen bij zijn’ is een voorbeeld van het tweede. Een mooie tip voor het vinden van dit type doelen vond ik: draai het om en vraag: “Als deze therapie een succes wordt, doe jij dan tegen die tijd de dingen nog op precies dezelfde manier als nu?”

Moeten doelen SMART zijn?

Met SMART wordt bedoeld dat doelen voldoen aan de volgende kenmerken: specifiek, meetbaar, acceptabel (ze moeten er toe doen voor cliënt en echt bijdragen aan een oplossing), realistisch en tijdgebonden. We hebben tenslotte niet veel aan vage doelen waarvan niet duidelijk is of ze bereikt zijn. Tegelijk is het voor cliënten – zeker aan het begin van een behandeling – vaak lastig om concrete voorbeelden van verandering te bedenken. De auteurs komen tegemoet aan het zwart-wit karakter van de SMART methode, door later in het boek deze doelen te combineren met een schaal. Cliënten kunnen dan een score (tussen 0-10 bijv.) geven voor de mate waarin zij het doel bereikt hebben. Je zou dit ook toe kunnen passen door te starten met een wat globaler doel en de meetpunten op de schaal in de volgende sessies SMART te maken. Zoals: ‘ik wil beter met mijn agressie om kunnen gaan’ als startpunt en vervolgens in de loop van de therapie een schaal uitwerken, waarbij de cliënt op een 6 zit als hij niet meer schreeuwt waar de kinderen bij zijn en op een 8 als hij een meningsverschil met zijn vriendin een blokje om gaat lopen om rustig te worden. Tussen twee haakjes, dit lijkt op de manier waarop in oplossingsgerichte therapie met schaalvragen wordt gewerkt.  

Is SMART wel zo slim?

SMART is een hulpmiddel dat wat mij betreft elke hulpverlener in de gereedschapskist zou moeten hebben. Doelen concreet maken is lastig, maar ook nodig. SMART is dus inderdaad slim, niet alleen bij de start van een therapie, maar bijvoorbeeld bij het (bij)stellen van doelen in een latere fase. Tegelijk is therapie een complex proces. Cliënten verschillen van elkaar en niet elk probleem is even makkelijk concreet te maken. Soms vraagt het meer tijd om inzicht te krijgen in de veranderingen die nodig zijn. Een goede hulpverlener is zich hiervan bewust, werkt doelgericht, maar stemt dit ook af op cliënt en therapieverloop, dat is niet alleen SMART, maar ook slim.

Colin van der Heiden en Kees Korrelboom, bedankt voor het weer op de kaart zetten van het belang van doelen. Ik (VB) vond het een duidelijk en inspirerend boek, werk weer met meer enthousiasme met concrete doelen en ben benieuwd hoe dit onderwerp zich verder gaat ontwikkelen.

Wat vind jij van SMART doelen? Werk jij er mee? Vind je het makkelijk om deze doelen op te stellen? En wat helpt je daarbij? Wij zijn benieuwd, leuk als je een reactie achterlaat op deze pagina. En schrijf je gerust ook in op onze nieuwsbrief (max. 8 keer per jaar), dan blijf je op de hoogte van onze blogs en andere ontwikkelingen.

We thank Engin Akyurt for the picture, made available on Unsplash.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *