De perfecte opening voor je therapiesessie
Elk therapiegesprek begint ergens. Om te beginnen kun je je al afvragen waar het precies begint. Is dat op het moment dat je elkaar ontmoet in de wachtkamer of dat je in de beeldbelomgeving klikt op de verbind button? Hoort het aanbieden van een kopje koffie of een gesprekje over de drukte van de dag er ook al bij? Of begint het zelfs al op het moment dat een van jullie aan de ander denkt en zich realiseert dat er een gesprek is?
Ik denk dat al die momenten er bij horen en bijdragen aan de impact die een gesprek kan hebben. Een opgeruimde, leuke wachtkamer, een mooie achtergrond voor het beeldbellen, de SMS reminder, het zijn allemaal signalen die laten zien: het is belangrijk wat hier gebeurt, jij bent belangrijk.
In deze blog richt ik de aandacht op het moment dat de therapeut uitnodigt om aan de slag te gaan met de reden voor de therapie. Vaak zal dit met een vraag gebeuren, maar dat hoeft niet. Sommige therapeuten kiezen voor een uitnodigende blik of gebaar en laten het aan de cliënt om te kiezen hoe deze wil starten. Andere therapeuten beginnen met het opstellen van een agenda en het geven van wat uitleg. Twee uitersten, die tot heel verschillende gesprekken zullen leiden.
Een rondvraag onder collega hulpverleners
Ik legde drie groepen collega hulpverleners een aantal voorbeeld openingsvragen voor met daarnaast de mogelijkheid om zelf alternatieven te geven.
De vragen die het meest gewaardeerd werden:
-Hoe kijk je terug op ons vorige gesprek?
-Waar wil je dit gesprek voor gebruiken?
-Hoe is het de afgelopen tijd gegaan?
-Hoe ben je de afgelopen tijd bezig geweest met de therapie?
Minder populair waren:
-Hoe gaat het?
-Is er iets wat je nog kwijt wilt voor we beginnen?
-Wat weet je nog van ons vorige gesprek?
Daarnaast kwamen collega’s met eigen voorbeelden, zoals eerst vragen naar positieve momenten of overwinningen, terugkomen op de in de vorige sessie ingezette interventie (zoals EMDR) of juist helemaal geen vraag stellen en het initiatief om het gesprek te starten aan de cliënt laten.
Het hangt af van het doel van het gesprek
Mijn collega’s kwamen met allerlei nuanceringen en natuurlijk helemaal terecht. De perfecte opening(svraag) bestaat niet. Het hangt af van de cliënt, van de therapeutische methode, van de fase van de behandeling, van de persoon van de hulpverlener, de therapeutische relatie en het doel van dit specifieke gesprek. Ik ga even verder in op dit laatste. Met de opening van het gesprek communiceer je wat voor gesprek dit is. Met ‘hoe gaat het?’ geef je aan dat er (veel) ruimte is om actuele dingen te bespreken. Zoals het tegeltje aan de muur al zegt: alles wat je aandacht geeft groeit. Voor je het weet wordt een groot deel van het gesprek gebruikt voor actuele problemen. Als het de bedoeling was om traumatherapie te starten is dat natuurlijk niet handig. Het praten over de problemen van de dag geeft ook veel ruimte voor vermijding van andere onderwerpen. Is het doel van de sessie het doen van een nieuwe stap in een exposure therapie bij angst, dan is het logisch om eerst even stil te staan bij het oefenen van de afgelopen tijd. Zelf vraag ik dan vaak hoe iemand met de therapie bezig geweest is in de afgelopen tijd. Daarmee probeer ik ook over te brengen dat de therapie wat mij betreft in de hele week plaatsvindt en niet alleen in het gesprek bij mij in de kamer.
Therapie als kralenketting of als een bak met kraaltjes
Verder maakt het veel uit hoe je therapie ziet. Zie je elk gesprek als een nieuw begin en wil je maximaal aansluiten bij wat nu bij de cliënt speelt of zie je therapie eerder als een proces met stappen die doorlopen worden en waarin iemand iets nieuws leert. De eerste vorm, waarbij je elke sessie op zichzelf ziet, past bijvoorbeeld bij een oplossingsgerichte benadering of bij de single-session-therapy stroming. In het tweede geval, als je therapie ziet als een ketting waar elke keer een nieuw kraaltje aan geregen wordt, ligt het voor de hand dat je aansluit bij de vorige keer en niet te veel ruimte geeft voor het bespreken van actuele onderwerpen. Zelf werk ik meer volgens deze tweede manier, met één belangrijke uitzondering. Als er iets niet goed zit in de samenwerking zul je daar altijd eerst bij stil willen staan. Als ik het idee heb dat er zoiets speelt, zal ik bijvoorbeeld vragen hoe het voor iemand was om vandaag weer naar therapie te gaan of met elke verwachtingen iemand vandaag gekomen is. Vaak is dan duidelijk of de draad weer opgepakt kan worden of dat er eerst andere dingen zijn om te bespreken.
Een goede opening
De perfecte opening bestaat dus niet, maar door na te denken over de opzet van de therapie en het doel van een sessie, kun je wel kijken welke opening het meest effectief is. Een goede opening zorgt voor afstemming op elkaar en op wat er verder volgt in de sessie. Zelf heb ik veel geleerd van het boek “The first kiss – undoing the intake model and igniting first sessions in psychotherapy” (overigens nogal aparte titel in dit verband, maar goed) van Daryl Chow en ook aan wat Gerrie Bloothoofd over dit onderwerp schrijft in “Fundamentele vaardigheden in gesprekstherapie”.
Tot slot nog vier tips:
-Varieer en reflecteer. Door verschillende openingen te gebruiken kun je ervaren wat het effect is en daardoor bewuster een keuze maken die goed aansluit bij je cliënt en de fase van het gesprek.
-Wees je bewust van het doel van het gesprek, dit bepaalt ook wat een goede opening is.
-Bij problemen in de werkrelatie of een lage motivatie is het belangrijk om hier eerst bij stil te staan.
-Vraag eens aan je cliënt wat deze een fijne start van de sessie vindt.
Interesse in scholing op dit gebied? Kijk eens op https://cgwonderwijs.nl/nascholing/ en geef je wensen aan ons door.
Photo by Francesco Gallarotti on Unsplash.
Niels Kroon
wat een goed leesbare, inzichtgevende blog over een erg belangrijk onderwerp! Bedankt!
Vincent van Bruggen
Bedankt, Niels, leuk om te lezen!