CGT in actie
Afgelopen weekend was het PsyZo! symposium “De magie van de drie: Padesky, Craske en Ten Broeke.” Op vrijdagavond was de (online) lezing van Christine Padesky, onder andere bekend in Nederland door het boek “Je gevoel de baas”. Voor mij was het voor het eerst dat ik Padesky live hoorde spreken en het was een indrukwekkende ervaring.
Ze keek ons als deelnemers steeds heel rustig aan en legde uit hoe je van CGT een activerende en boeiende ervaring kunt maken. Hierbij gaat het voor haar om een voortdurende interactie tussen acties en (socratische) dialoog. Doen en praten dus. In het eerste deel ging ze vooral in op de actie kant van CGT. Actie in een sessie is belangrijk volgens Padesky om vier redenen. Het vergroot de betrokkenheid, richt de aandacht op ervaringen in het hier-en-nu, helpt om dingen te onthouden (maakt de sessie ‘memorable’) en de verandering begint al in de sessie zelf. Ze benoemde vier elementen die helpen om therapie een activerende ervaring te maken: interactief schrijven, imaginatie, rollenspelen en gedragsexperimenten.
1/4 Interactief schrijven: een prikkelende stelling hierbij was “if it is not written, it did not happen.” Schrijven kun je hier breed opvatten, het kan ook gaan om tekenen of inspreken in een mobiel. Het schrijven kan bijvoorbeeld aan het begin plaatsvinden (agenda setting) of tijdens het uitwerken van een G-schema of aan het einde als een verslag van de sessie.
2/4 Imaginatie: een situatie imaginair oproepen (met ogen dicht, alsof je je verplaatst in de situatie) activeert ervaringen, je gaat er meer bij voelen. Bovendien bereidt het voor op actie. Sporters oefenen een bepaalde actie soms eerst imaginair om het daarna tijdens de wedstrijd goed uit te kunnen voeren.
3/4 Gedragsexperimenten: dit zijn kleine oefeningen om een (nieuwe) gedachte uit te testen. Padesky raadde aan om deze (dus) ook tijdens de sessie uit te voeren en niet alleen mee te geven als thuisopdrachten. Ze gaf als voorbeeld om iemand met faalangst tijdens een sessie een klein opdrachtje te laten maken en daarbij als therapeut beurtelings de negatieve en de positieve stem te spelen en samen te kijken wat het effect is.
4/4 Rollenspelen: rollenspelen dragen bij aan het aanleren van vaardigheden, helpen om je te verplaatsen in verschillende standpunten en meer met anderen te verbinden. Padesky noemde verschillende varianten. Therapeut en cliënt kunnen elk een rol spelen, maar je kunt ook verschillende stoelen gebruiken (meer stoelentechniek) om de cliënt verschillende rollen te laten ervaren.
Padesky daagde ons als deelnemers uit om in elke CGT sessie tenminste twee van de vier bovengenoemde onderdelen op te nemen. Ik ben van plan om deze uitdaging op te pakken, omdat ik met elk onderdeel positieve ervaringen heb en ik ook herken dat een sessie waarin alleen gepraat wordt vaak weinig impact heeft op langere termijn.
In het tweede, wat kortere, deel van de lezing ging Padesky in op de socratische dialoog. Haar lezing had als titel: Action and Dialogue in Psychotherapie: a dance of equals. Ze beschreef het proces van psychotherapie als een dans waarin er steeds een interactie is tussen socratische dialoog (een onderzoekend gesprek) en de activerende onderdelen, zoals hierboven beschreven. Ze vatte voor ons de socratische dialoog samen in vier onderdelen.
1: Onderzoeken: allereerst is het belangrijk om de ervaring die de cliënt inbrengt op een onderzoekende manier te verduidelijk. Imaginatie kan hierbij helpen. Als therapeut blijf je hierbij dicht bij de ervaring zelf en daag je nog geen cognities uit.
2: Empathisch luisteren: tijdens het luisteren is het belangrijk om de cliënt niet ‘voor de voeten te lopen’, maar juist te ondersteunen bij het oproepen van ervaringen. In hun opleiding leren veel therapeuten om samen te vatten en te parafraseren (iets herhalen in net andere woorden). Padesky adviseerde om bij dit onderdeel juist te doen ‘als een papagaai’ en alleen kort de woorden van de cliënt te herhalen, zodat deze in de stroom van ervaringen blijft en niet wordt afgeleid door een samenvatting die net niet helemaal klopt.
3: Samenvattingen: natuurlijk blijft het wel belangrijk om overzicht te creëren en de samenhang duidelijk te krijgen. Hiervoor gebruik je momenten om samen te ordenen wat er besproken is, zowel door te benoemen als door op te schrijven. Ook nu gebruik je wel zoveel mogelijk de woorden van de cliënt zelf.
4: Analytische vragen: door het stellen van deze vragen laat je de cliënt reflecteren op de ervaringen in de sessie: wat merkte je op? Op deze manier trekt de cliënt zelf conclusies uit de socratische dialoog en daardoor blijven deze natuurlijk beter hangen en hebben ze meer impact.
Actie en dialoog, beide belangrijk in therapie. In een goede afstemming ontstaat er een patroon, als het ware een dans. Een bijzondere ervaring die de cliënt niet snel vergeet en al een eerste stap is in de richting van duurzame verandering. Een insprirerend verhaal van Christine Padesky, waar ik me zeker door voel uitgedaagd. Ik ben ook heel benieuwd naar het nieuwe boek dat ze hierover samen met anderen geschreven heeft: “Dialogues for Discovery: improving psychotherapy’s effectiveness”. Inmiddels via haar website te koop met een korting van 30%: https://www.padesky.com/.
Op zaterdag waren er lezingen van Craske en een aantal Nederlandse top CGT-ers en/of onderzoekers. In een volgende bijdrage ga ik in op de lezing van Craske. En…toevallig kwam ik tijdens de lunch naast haar te zitten en ze was zo vriendelijk om in te gaan op een aantal vragen die ik haar altijd al had willen stellen over haar werk.